Getuigenissen

Mensen veranderen door mee te doen aan het Nieuw Leven programma.
Hieronder leest u een aantal verhalen van deze mensen:

Getuigenis 1

Tot 2013 werd mijn leven beheerst door angst, minderwaardigheids-gevoelens en depressiviteit.

Mijn vader is overleden toen ik 3 jaar oud was. Mijn moeder is nooit hertrouwd, waardoor ik ben opgegroeid in een gezin zonder vader met een broer en zus. Ik voelde mij onveilig en afgewezen. Er zijn veel moeilijke en verdrietige dingen gebeurd omdat de stabiliteit weg was.

Rond mijn negende jaar was ik niet veel thuis, ik ben toen al begonnen met vluchten. Zodat ik maar niet thuis hoefde te zijn.

Hoe ouder ik werd, hoe sterker deze gevoelens en omstandigheden werden. Ook op school was het niet veilig, dit kwam doordat ik werd gepest. Ik sprak hier nauwelijks over.

Door al deze gebeurtenissen heen, heb ik een onstabiele jeugd gehad. Dit zorgde ervoor dat ik geen identiteit kon ontwikkelen.

Ik kwam in aanraking met een gezin waar ik veel kwam, door hen ben ik op jonge leeftijd tot geloof gekomen. Dit heeft mij in de relatie naar God niet de rust gegeven, waarnaar ik ten diepste verlangde. Door mijn minderwaardigheidgevoelens en afwijzingen, dacht ik dat ik niet goed genoeg was. In feite vond ik, dat ik het niet waard was om te leven. De tekst uit Matheüs 11:28; “Kom tot Mij en ik zal u rust geven”, is jarenlang een worsteling geweest en heeft mij tot kort geleden ook steeds achtervolgd. Ik verlangde zo naar die rust.

De afgelopen 13 jaren, waren het moeilijkst. In het begin van die periode, kwam dat vooral omdat ik en mijn gezin verhuisden naar een nieuwe woonplaats. Dit was vanwege mijn werk. Ik was mijn vertrouwde omgeving kwijt geraakt en de vluchtroutes in mijn oude woonplaats had ik niet meer.

Ongeveer een jaar na de verhuizing raakte ik betrokken bij een klein bedrijfsongeval, met grote gevolgen. Ik kwam thuis te zitten en vervolgens kwam er geen herstel in mijn gezondheid, zodat ik in de WAO belande. Op een gegeven moment zat ik zo vast in mij zelf dat ik werd opgenomen in de psychiatrie. Een opname en daarna lange tijd therapie overdag, moest mij leren omgaan met depressiviteit.  Mijn zelfbeeld en het verwerken van mijn verleden stonden hier buiten.

Het goede nieuws in die periode, was dat ik weer kon werken na 4 jaar. Ik mocht mijn eigen werk weer oppakken.

Er kwam een periode, het was 2006, dat het wel goed ging. Tijdens een avonddienst ging het over worden wie je bent. Ik kon mijn verleden loslaten. Het was geweldig! Wat ik toen niet wist, was dat ik dit verleden zo diep had weg gestopt, dat ik er op dat moment helemaal niet bij kon komen.

Ik was weer terug bij af.

De enige mogelijkheid was weer een hulpverleningtraject in te gaan, omdat mijn gezin en werk er ook onder leed. Ik was veel lichamelijk ziek, waar een diepere oorzaak aan ten grondslag lag.

Mijn diepste moment in mijn leven was het begin van 2012, ik raakte in een psychose. De werkelijkheid met het leven was ik kwijt. Vooral voor mijn vrouw was dit heel heftig. De hulpverlening die ik toen kreeg, was goed, maar kon mij niet helpen. Door al deze verschillende gebeurtenissen heen, de gesprekken met mijn vrouw, vrienden, op de huiskring of met de begeleider van de christelijke GGZ, heeft God mij begeleid naar mijn herstel. Alleen zag ik dat niet!

Ik heb mij opgegeven voor een pastoraal herstel programma Nieuw Leven bij ons in de kerk. Ik stond hier zelf niet achter. Ik heb dit gedaan, omdat ik klaar was met de hulpverlening, dit was toch niet toereikend voor mij. Heb vooral in de beginperiode van Nieuw Leven veel strijd ervaren. Kwam soms boos weer thuis, boos omdat het confronterend was en het allemaal zo diep zat. In deze confronterende periode, kwam de kern van mijn diepe probleem naar boven: “er niet mogen zijn”.

In de vele gesprekken en gebeden zijn deze diepe blokkades opgeruimd. Door mij volledig aan Jezus Christus over te geven, is mijn hart open gegaan.

Die overgave mocht ik symbolisch doen op de overgave-avond. Ik ben neergeknield bij het kruis en heb een brief waarin ik alles had opgeschreven wat ik wilde overgeven, op het kruis gespijkerd. Pas toen kon ik ervaren dat God echt van mij houdt en dat ik de moeite waard ben om te leven en om er te mogen zijn. Vanaf dat moment is het herstel in gang gezet.

Door deze verandering ben ik in staat gekomen om echt te herstellen. Mij niet meer te laden leiden door de problemen en mijn oude gedachte patronen. Dit is en blijft een groeiproces, wat met vallen en opstaan gepaard zal gaan. Maar er is meer rust gekomen in mijn hart en mijn gedachten. Ik voel mij daardoor ook fitter, heb weinig last van vermoeidheid. Ik ben gaan fietsen en hardlopen, terwijl ik altijd dacht dat sport niet voor mij was.  Mijn relatie met mijn vrouw is stabieler en volwassener geworden. Wij gaan gelijkwaardig met elkaar om, er is geen sprake meer van de zwakkere en mindere ‘ik’. Ik neem nu mijn positie in als echtgenoot, vader en boven alles als geliefd kind van God.

Ik mag nu leven, omdat ik in de vrijheid ben gezet door Gods genade. Hij ziet MIJ, en iedereen, als Zijn GELIEFD KIND. Mijn verlangen is om van daaruit (bewust) te gaan leven!!!!

Ik wil eindigen dat ik echt veranderd ben, ik sta elke dag nog versteld van hoe anders ik ben geworden.

Ik de HERE God hier erg dankbaar voor die dit voor mij heeft gedaan, Ik kan niet zonder de kracht van God.

Getuigenis 2

Ik ben een jonge vrouw van 42 jaar. Ik ben opgegroeid in een gezin met vader en moeder, en een oudere zus.

In mijn pubertijd begon ik dwangmatige klachten te krijgen, het was voor mij ook eigenlijk een vlucht. Mijn ouders hebben hulp met mij gezocht, maar de hulp die ik kreeg hielp nooit echt. In onze thuissituatie waren ook wel spanningen geweest. Dit was voor mij ook een moeilijke periode, vooral onzeker. Ik vond het ook moeilijk om mijzelf te zijn. Op zich werd ik best beschermd opgevoed.

Op mijn 19de leerde ik mijn man kennen, hij voelde mij goed aan. Maar hij had wel te maken met een vrouw met dwangmatige klachten. Het was niet altijd makkelijk, ook niet voor mijn man en mijn ouders. Ik bleef patient en voelde mij hier ook veilig in zogenaamd. Ik hoefde geen verantwoordelijkheid te nemen, in ieder geval niet in alles. Verantwoordelijkheid nemen vond ik ook moeilijk.

Onze dochter werd geboren een groot wonder. Maar ook in de verzorging was ik dwangmatig. Ik leefde in een gevangenis van beperkingen en patient zijn. We kregen gespecialiseerde gezinsverzorging, ik vond het toen fijn, het gaf mij structuur en steun. In wezen was ik wel een persoonlijkheid, maar het kwam er niet helemaal uit, ik was niet vrij. Ik botste steeds tegen het nemen van verantwoordelijkheid op, b.v. het opruimen van tekeningen of werkjes van mijn dochter, of rommeltjes. Ik voelde mij snel schuldig als ik het weg zou gooien, eigenlijk was ik bang om het fout te doen.

Dat God van mij houdt, en het lezen over zijn liefde trok mij wel. Langzaam aan werd het ook persoonlijker voor mij. Maar toch was er ook in mijn geloofsleven een belemmering. Ook angst om het niet goed te doen. Mijn bidden werd ook erg dwangmatig en het belemmerde mij in mijn dagelijks leven. Als ik aan het werk was in huis, moest ik weer stoppen, om te bidden, b.v. nare gedachten belijden. Het moeten was er steeds. Hier werd ik erg moe van. Ik was bang voor vasten, als er over gesproken werd, ik dacht dan gauw dat ik het ook moest doen. Al met al leefde ik niet vrij.

In de kerk hoorde ik van het herstelprogamma Nieuw Leven. Het trok mij wel, maar ik was er ook wel wat bang voor. Ik zit op een gebedsgroep met andere moeders, voor de school waar onze dochter op zit. Deze vrouwen moedigden mij aan om Nieuw Leven te doen. Zij vertelden ook hoe het hun had goedgedaan. Ik gaf mij op en dit voelde goed. Ik vond het fijn bij Nieuw Leven, het was voor mij ook wel een warme deken en thuiskomen. Ik kreeg een gesprek met mijn coach van Nieuw Leven. We brachten het gesprek onder leiding van de Heilige Geest. Ik vertelde haar van mijzelf, van de begeleiding die ik thuis had en de therapie die ik kreeg. Mijn coach zei: “Jij bent een gezonde intellegente vrouw, jij kan het best zelf zonder gezinshulp.” En dit voelde heerlijk, er viel een hele last van mij af en ook letterlijk kwam er op dat moment ontspanning in mijn schouders, die vaak gespannen stonden. Ik zette de stap om de hulp te stoppen. Dit was best wel spannend, om aan te geven dat ik wilde stoppen. Ik ervoer echt dat God mij droeg. Er kwam weer een gezond gevoel van eigenwaarde. Dit was heerlijk.

Door de gesprekken met mijn coach, kwamen er steeds weer nieuwe dingen aan de orde. En God maakte mij vrij.

Er is met mij gebeden om bevrijding van de dwangmatige geest, en de minderwaardige geest, dit was heel fijn. Ik moest wel leren om in dit vrij-zijn te leven. Dit gaat met stapjes, en hier ben ik nog mee bezig. Maar God gaat met mij mee.

Van een groepsleidster kreeg ik een gekopieerde preek van Henri Nouwen. Dit ging erover dat ik Gods geliefde kind ben. Dat ik echt geliefd ben door Hem. Dit vond ik heel mooi.

’s Middags sliep ik wel eens, of ik sliep ’s ochtends lang uit, het voelde als een vlucht. Toen ik dit deelde met mijn coach liet ze mij zien, dat het voor mij goed was om mijn vleugels uit te slaan, dit voelt goed. Ik ben nu actief in vrijwilligerswerk, dit is een heerlijk gevoel.

God gaat verder en ik mag mijn hand in de zijne leggen, Hem kan ik vertrouwen. Ik ben God zo dankbaar dat ik vrij ben geworden, en dat ik gaandeweg steeds meer in de vrijheid mag leven. Geef je lasten aan de Heer, en houd Zijn hand maar vast. Hij maakt echt vrij. Om in Zijn vrijheid te leren leven, mag ik elke dag leren.

Jezus is een liefdevolle Vader, bij Hem is rust, ik mag leren te leven met Jezus.

Jezus maakte de valsstrikken los waardoor ik belemmerd werd.

Ik ben er nog niet, dus ervaar ik ook nog wel belemmeringen. Maar toch geloof ik en wil ik geloven, dat God mij hierin helemaal leert vrij te leven. Ik dank God hiervoor.

Op de viering hadden we een toespraak over de opwekking van Lazarus, deze sprak mij wel aan. Het ging erover dat wij ook in een graf kunnen zitten, vast in onze windsels. Ik voelde mij toen ook een tijdje vast in gedachten van schuld. Ik mocht met mij laten bidden. Een lieve zuster bad met mij en zei dat ik helemaal vrij was, en ze bad met mij dat ik vrij mocht worden van het presteren en het moeten. Dit was heerlijk. Ik zou jou hiermee ook graag willen bemoedigen, dat als je het even niet ziet zitten of vastzit, laat a.u.b met je bidden. God zet echt vrij.

Van mijn groepsleidster kreeg ik een hele mooie tekst, deze wil ik graag doorgeven. “Christus heeft ons bevrijd, opdat wij in vrijheid zouden leven. Houd dus stand en laat u niet opnieuw een slavenjuk opleggen.” Galaten 5:1.

Hiermee wil ik eindigen en God bovenal danken, en ook mijn lieve coach en groepsgenoten en alle mensen om mij heen, die op wat voor manier ook, mij zoveel geven.